Gebed voor de Koning
Boven Psalm 72 staat in de meeste Bijbelvertalingen ‘Voor Salomo’. Deze Psalm is geschreven door koning David ter gelegenheid van de inhuldiging van een nieuwe koning. Een Psalm waarin koning David bidt voor zijn opvolger, zijn zoon Salomo. Psalm 72 is dus een gebed, een gebed voor de koning.
Aards koningschap, een door God gegeven gezag
In dit gebed lezen we het verlangen van David dat de nieuwe koning mag regeren zoals God het bedoeld heeft. In de Psalmen wordt de koning van Israël gezien als vertegenwoordiger van het hoogste gezag, God Zelf, De Koning der Koningen (vers 11, 1 Tim. 6:15, Ps. 5:3). De koning staat in dienst van het volk en zijn koningschap is een door God gegeven gezag (Rom. 13:1-4). Elke koning (bestuurder of hooggeplaatste vers 3), heeft dan ook de taak om volgens Gods bepalingen te regeren: een beleid dat zich kenmerkt door recht en gerechtigheid, met als gevolg zegen voor volk en land. Psalm 72:16 (NBV’21) zegt: Er zal overvloed van koren zijn in het land, zelfs op de toppen van de bergen. Rijpe aren zullen golven als de bossen van de Libanon. Vanuit zijn stad zal voorspoed ontluiken als jong groen op de aarde.
Verlangen naar deze koning
Als we Psalm 72 lezen met het leven van Salomo in gedachten, dan ontdekken we diverse raakvlakken. Zo was er een tijd dat Salomo’s wijsheid, rijkdom en heerlijkheid wereldwijd geroemd werden. Zijn rijk was groot en machtig en vertegenwoordigers van de toenmalige wereld kwamen naar hem toe om hem hulde te brengen.
Maar Salomo was ook een koning met vele (heidense) vrouwen en de koning die de afgodendienst in Israël introduceerde. Daarmee voldoet Salomo uiteindelijk niet aan het beeld van de koning waar in Psalm 72 voor gebeden wordt en evenmin de vele koningen na hem.
Ook in ons eigen land worden we geconfronteerd met een overheid die steeds meer de Bijbelse principes los laat. Het lezen van Psalm 72 confronteert ons dan ook met het verlangen naar een koning die wél Gods wetten naleeft en recht en gerechtigheid brengt.
Bidden voor de koning
Psalm 72 is een gebed voor de koning. In 1 Timotheüs 2:1-2 schrijft Paulus: Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid.
Psalm 72 is hierin een prachtig voorbeeld. We mogen bidden voor onze koning en de regeringsleiders. We mogen het verlangen uitspreken, dat in hen Gods gerechtigheid weerspiegeld mag worden;
O God, geef de koning Uw recht en Uw gerechtigheid.. Ps. 72:1. Tegelijkertijd beseffen we dat dit verlangen pas echt in vervulling zal gaan als de Koning waarover gesproken wordt in Psalm 72, Zijn plaats zal innemen.
De Zoon van David
Als we Psalm 72 aandachtig lezen, roept het de vraag op om welke koning het hier eigenlijk gaat. Zoals we gezien hebben zijn er overeenkomsten te vinden in de regering van koning Salomo, maar voldoet hij uiteindelijk niet aan de omschrijving van de koning in Psalm 72. Daarin gaat het steeds meer over een koning van wie zijn regering ver uitstijgt boven welke aardse koning dan ook, ook die van Salomo. De koning met een kleine letter, wordt een Koning met een hoofdletter. Het is een Koningschap waarbij alle mensen zich voor deze Koning zullen neerbuigen en Zijn Naam zullen aanbidden (Jes. 2:2-3).
In deze Psalm, in dit gebed, wordt de Koning bejubeld en geprezen. Het is een lofprijzing die alleen deze Koning toekomt! Met deze lofprijzing krijgt de Psalm ook een profetische betekenis, want David bidt zijn zoon de eigenschappen van Gods Koninkrijk toe. Daarmee verwijst deze Psalm ook vooruit naar de volmaakte Zoon van David, de beloofde Messias, de Here Jezus, Die zal zitten op de troon van David en regeren zal vanuit Jeruzalem.
Gebed om de komst van deze Koning
In de omschrijving van de Koning in Psalm 72 herkennen we de Here Jezus als Koning tijdens het 1000-jarig vrederijk. Hij is dan de belichaming van de Koning van Israël zoals deze in Psalm 72 wordt beschreven. Als de Here Jezus terugkomt en Zijn voeten zal zetten op de olijfberg, zal Hij Zijn Koninkrijk voor Israël oprichten en zal heel de schepping en ieder schepsel Zijn heerschappij (moeten) erkennen (Daniël 2:34-35, Filip. 2:10-11).
Onder Zijn regering zal er een einde komen aan al het onrecht op aarde. Psalm 72 schetst ons een prachtig beeld van een wereldwijde vrede en van overvloed, waarin Hij recht zal doen en waar geen onrecht meer zal zijn. De Heer Jezus zal als de rechtvaardige Koning regeren over Zijn volk Israël en over de volkeren (en wij met Hem; 2 Tim. 2:12). Dan zal ook dat andere gebed, het ‘onze Vader’, in vervulling gaan: ‘Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde’ (Mat. 6:10).
Er is hoop!
Psalm 72 biedt hoop en wakkert een verlangen aan naar de wereld die komen gaat als Christus wederkomt. Maar nu nog wacht Hij op het tijdstip dat Zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten gemaakt worden (Hebr. 10:13).
Voor die tijd zal hij Zijn Gemeente tot Zich nemen. Een heerlijke belofte voor iedereen die nu (tijdens de bedeling van de genade) in Hem gelooft (1 Thess. 1:10, Openb. 3:10). Na Zijn regeringsperiode van 1000 jaar komt het laatste oordeel en zal de laatste vijand, de dood, teniet gedaan worden (1 Kor. 15:26). Daarna zal Hij het koninkrijk aan de Vader overgeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan (1 Kor. 15:24). Dan komen de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarin gerechtigheid zal wonen (2 Petr. 3:13) en God alles in allen zal zijn.
Laten wij samen met de psalmist deze Koning van Israël, onze Heer Jezus Christus, aanbidden Die dit alles mogelijk heeft gemaakt door Zijn lijden, Zijn sterven en Zijn opstanding. Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen (2 Kor. 1:20).
Geloofd zij de HEERE God, de God van Israël; Hij doet wonderen, Hij alleen. Geloofd zij voor eeuwig Zijn heerlijke Naam; laat heel de aarde met Zijn heerlijkheid vervuld worden. Amen, ja, amen (Psalm 72:18-19).
Br. René Ploeg